Beleidsmatige afwijkingen
Noodopvang kinderopvang en onderwijs
Na de uitbraak van de coronacrisis zijn de scholen en kinderopvang gesloten van medio maart tot begin juni. De gemeente kreeg de regierol voor de noodopvang onderwijs en kinderopvang van kinderen met ouders werkzaam in vitale sectoren. Die regierol is uitgevoerd door een operationeel ambtelijk team, waarin ook het sociaal dorpsteam deelnam. Door goede samenwerking en intensief overleg met en door grote inzet van scholen en kinderopvang is de noodopvang in ieder dorp voorzien en goed verlopen.
Compensatie ouderbijdragen kinderopvang
Het rijk heeft ten behoeve van de kinderopvangorganisaties, na sluiting van de kinderopvang, de oproep gedaan aan ouders om hun ouderbijdragen door te betalen. Ter compensatie van de ouders heeft het rijk middelen beschikbaar gesteld, of rechtstreeks aan ouders (in geval van reguliere kinderopvang) of via de gemeenten (als het gaat om opvang in kader van gemeentelijke regelingen). Na inventarisatie van de doorbetaalde ouderbijdragen zorgt de gemeente dat ouders via de kinderopvangorganisaties worden gecompenseerd.
Leerlingenvervoer: compensatieregeling i.v.m. coronacrisis
Door de sluiting van scholen in het voorjaar kwam het leerlingenvervoer in deze periode grotendeels stil te liggen. De landelijke afspraken over gedeeltelijke doorbetaling, ter voorkoming dat de vervoerders in financiële problemen zouden komen, hebben wij in de regio overgenomen.
Op advies van VWS en VNG is bovenregionaal afgesproken om voor de maanden maart en april 2020 80% van de gebruikelijke kosten te vergoeden via bevoorschotting. (Zie de raadsinformatiebrief van 14 april 2020). De afspraak van bevoorschotting is verlengd voor de maanden mei en juni 2020. De wijze waarop hier aan het eind van het jaar op wordt afgerekend wordt nog regionaal en provinciaal besproken. De start van het nieuwe schooljaar is het leerlingenvervoer weer als vanouds gestart, zo ook de betaling van de dienstverlener(s).
Jeugdagenda
De jeugdagenda is inmiddels vastgesteld, maar als gevolg van de coronacrisis is de uitvoering op onderdelen vertraagd. Zoals wij in programma 5 al aangaven, hebben praktijkondersteuners (POH'ers) minder inzet kunnen plegen en ook heeft op basishulp minder uitvoering plaatsgevonden dan verwacht.
Implementatie onderwijsachterstandenbeleid (OAB)
De afspraken met de VVE samenwerkingspartners zijn voor de zomer vastgelegd in een convenant. De implementatie hebben we als gevolg van corona niet volgens plan kunnen oppakken.
Integraal Huisvestingsplan (IHP)
Als gevolg van de coronacrisis en in afwachting van de gewijzigde modelverordening onderwijshuisvesting en de wetswijziging Primair Onderwijs is de herijking van het IHP uitgesteld naar de Kadernota 2021.
Gelet op de noodzaak om direct te voorzien in voldoende onderwijscapaciteit zijn de aanpassingen aan het gebouw Jagerspad 7 te Driebergen voorafgaand aan en snel na het begin van het schooljaar 2020/2021 getroffen. Hiervoor wordt een bedrag van € 40.000 opgenomen. Deze aanpassingen zijn noodzakelijk om het gebouw geschikt te maken voor het medegebruik van dit gebouw voor meerdere scholen. Gebruik van het gebouw door meerdere scholen is mogelijk en noodzakelijk om te kunnen voorzien in voldoende huisvesting voor de leerlingen in Driebergen. De jaarlasten zijn vanaf het jaar 2021 zichtbaar. (Overigens zijn de onderhoudskosten in programma 12 opgenomen)
Deze investering wordt nader toegelicht in de paragraaf Investeringen.
Financiële afwijkingen
Omschrijving | Begroot | Prognose | Afwijking | N/V | Inc/ Struct |
---|---|---|---|---|---|
Alg. voorzieningen Jeugd | 1.324.000 | 1.502.000 | 178.000 | N | I/S |
Maatschappelijk vastgoed | -65.000 | -80.000 | 15.000 | V | I |
Onderwijshuisvesting | 2.752.000 | 2.803.000 | 51.000 | V | I/S |
Alg. voorzieningen Jeugd € 178.000 N (I/S)
Dit bedrag bestaat uit een nadeel van € 113.000 inzake leerlingenvervoer, een nadeel van € 90.000 bij de hele dagopvang en buitenschoolse opvang, een voordeel van € 14.000 bij het onderwijsachterstandenbeleid en een voordeel van € 3.000 voor overige kleine afwijkingen.
Leerlingenvervoer € 113.000 N (S)
In de eerste bestuursrapportage is hierover gemeld dat in 2020 de gemiddelde kosten in het taxivervoer met 6,7% stijgen ten opzichte van 2019 en dat er ook een autonome stijging van het leerlingenvervoer is in 2020. Daarom leek het toen verstandig de (meerjaren)begroting met € 112.000 structureel te verhogen.
In de maanden die daarop volgden is er als gevolg van de coronacrisis geruime tijd vrijwel niet gereden, maar is wel 80% doorbetaald aan vervoerders. Deze doorbetaling met 20 % 'korting' heeft geleid tot de verwachting dat de in de 1e bestuursrapportage genoemde € 112.000 in 2020 uitkomt op € 84.000. Daarnaast zijn echter ook de bijdrage aan het leerlingenvervoer (s)BO en VSO toegenomen (€ 20.000) en is er inhuur van medewerkers geweest die niet in de begroting was voorzien (€ 5.000). Tenslotte wordt een bedrag van € 4.000 minder ontvangen aan ouderbijdrage; dit houdt ook verband met de coronacrisis.
Onderwijsachterstandenbeleid € 14.000 V (S)
Bij onderwijsachterbestandenbeleid is sprake van een tweetal ontwikkelingen waarvan de belangrijkste budgetneutraal in de begroting is verwerkt. Deze betreft het volgende.
Het Rijk heeft een definitieve beschikking afgegeven voor € 408.650. Dat is € 13.312 hoger dan de voorlopige beschikking (€ 395.338). In een raadsinformatiebrief van 7 juli 2020 is reeds aangegeven dat de OAB-bekostiging 2020 van het Rijk voor onze gemeente gunstiger uitvalt dan aanvankelijk begroot op basis van de Nota Onderwijsachterstandenbeleid die de raad in oktober 2019 heeft vastgesteld. Dit gold ook voor de beschikking voor 2019 (zie memo aan raad van 5 september 2019). Deze verhoging houdt verband met de nieuwe verdeelsystematiek van de OAB-budgetten die uitgaat van de door het CBS bepaalde achterstandsscore per gemeente (in plaats van de gewichtenregeling). Deze verdeelsystematiek leidt tot herverdeeleffecten, en daarom heeft het Rijk tot en met 2021 een overgangsregeling ingesteld. Daarnaast tellen de peuters van het AZC, anders dan aanvankelijk bij de herijking van het OAB beleid vanuit is gegaan, mee in de grondslagbasis voor het Rijk.
Tegenover deze extra middelen zijn voor diezelfde omvang extra lasten in de begroting opgenomen. De reden hiervoor is te voorkomen dat de extra middelen zonder meer in het resultaat vallen. Vanaf 1 augustus 2020 krijgt ieder VE-kind immers niet 10 maar wekelijks 16 uur voorschoolse educatie, wat tot een grote toename van de kosten leidt. Dit wordt nader uiteengezet in een raadsvoorstel dat de raad ter besluitvorming voorgelegd krijgt.
Het voordeel van € 14.000 houdt verband met het ongedaan maken van een indexering op de kosten. Deze correctie is structureel verwerkt.
Hele dagopvang en buitenschoolse opvang € 90.000 N (€ 41.000 S en € 49.000 I)
Op basis van de concept najaarsnota 2020 van de RDWI ziet het college opnieuw een stijging van de uitgaven voor hele dagopvang en buitenschoolse opvang. Noodzakelijke opvang die vooral het gevolg is van sociaal medische indicaties. In de eerste bestuursrapportage raamde het college hier al ten opzichte van de begrote € 10.000 een extra bedrag van € 41.000 structureel voor, en dit bedrag moet, zoals blijkt uit de concept najaarsnota van RDWI, nog verder worden verhoogd tot € 100.000. De extra verhoging van € 49.000 raamt het college vooralsnog incidenteel.
Diverse kleine afwijkingen (o.a. belastingen, verzekeringen en kapitaallasten) € 11.000 V (I/S)
Onderwijshuisvesting € 51.000 V (I/S)
Dit nadeel wordt voor € 30.000 veroorzaakt door de stijging van verzekeringspremies voor gemeentelijk onroerend goed en personeel. Het effect van deze verhogingen werkt door in meerdere raadprogramma's waar ze veelal onder de diverse kleine afwijkingen vermeld worden. De vrijval op onderwijshuisvesting van de kapitaallasten bedragen € 81.000 en worden in de paragraaf investeringen toegelicht.